Transport op z’n Tessels

Het is zaterdagochtend, half 10. Tijd voor koffie in de kantine aan de Veenselangweg bij Den Burg. Het is een van de weinige momenten in de week dat de broers Peter en Ronald Eelman tijd hebben om even bij elkaar te komen voor een interview. Samen traden zij in de voetsporen van hun ouders, Leen en Anneke Eelman. Daarmee zijn ze alweer de vierde generatie vrachtrijders van Transportbedrijf Eelman, een begrip op Texel. 

 

De exacte oprichtingsdatum van het familiebedrijf is niet helemaal duidelijk. ‘Op de akte van de Kamer van Koophandel staat 1929, maar het bedrijf is een stuk ouder’, vertelt Ronald. ‘Wij zijn de vierde generatie. Er zijn zelfs nog foto’s met paard en wagen. De handel werd toentertijd naar Oudeschild gereden en daar overgeladen op veerboot De Dageraad. Vooral schapen en koeien. Maar ook metselzand, dat haalden ze toen nog gewoon uit de duinen. En in zomer en najaar ook wel suikerbieten en bloembollen. Er konden geen vrachtwagens mee op de veerboot. Dat gaat nu wel anders.’

Gunning

Het bedrijf is enorm gegroeid de afgelopen jaren. Het telt inmiddels zes vrachtwagens en vijf bestelbusjes. De broers hebben vijf vaste chauffeurs in dienst. Ronald: ‘Het werd drukker, de hoeveelheid vervoer voor klanten groeide. Daarnaast hebben we twee bedrijven overgenomen: A.P.C. Koopman en Van Gend & Loos, wat nu DHL is. Dat wij mochten overnemen was ook een kwestie van gunning. En het soort vervoer past bij ons. Een medewerker haalt ’s ochtends vroeg de pakketjes op in Alkaar. Om tien uur is hij in onze schuur op Texel. Femke, mijn vrouw, regelt naast de administratie de pakketdiensten. Ze sorteert alles en vervolgens brengen de bezorgers de pakketjes bij de mensen langs.’ De handel is diverser geworden. ‘De meest uiteenlopende spullen kunnen wij vervoeren. Desondanks zijn landbouwbedrijven nog altijd onze grootste opdrachtgever. Ongeveer vijftig procent van wat we vervoeren is bloembollen. Het aantal klanten in de sector nam af van dertig naar twintig procent, maar de hoeveelheid bollen bleef gelijk. Zo zie je maar weer, bedrijven worden steeds groter. Daarnaast vervoeren we ook veel kuilgras, stro, hooi, aardappelen, wortels en uien. En natuurlijk vee. Dat is echt helemaal mijn ding’, vertelt Peter.

Struisvogels

Hij vertelt er enthousiast over: ‘Als je vee rijdt, heb je altijd actie. Koeien zijn eraan gewend dat mensen dichtbij komen, maar stieren meestal niet. Die kunnen erg wild zijn. Ach, je moet zelf gewoon rustig blijven, dan ontstressen die beesten ook. Ik heb ook wel eens struisvogels gereden.’ Lachend: ‘Dan moet je dus niet die luikjes bovenin de trailer opendoen, zoals bij koeien. Want dan hangen al die struisvogels met hun kop naar buiten!’ Tegelijk trekt Peter de conclusie dat tegenwoordig niet alle ervaringen als vee-chauffeur even leuk zijn. De afgelopen jaren ligt de veehandel onder vuur. Niet alleen boeren krijgen kritiek. Op de weg steekt er regelmatig iemand een middelvinger naar hem op. ‘Ik ga die discussie met mensen niet aan. Bij veetransport staan dierenwelzijn en hygiëne voorop, voor zowel de boer als voor mij. We krijgen de dieren nu eenmaal niet op een andere manier bij het slachthuis en mensen willen ze toch eten.’

 

Terwijl Peter zijn dagen voornamelijk vult met het rijden van vee – of eigenlijk nachten, hij begint soms al om twee uur ’s nachts met laden om de eerste boot te halen – is Ronald vooral van het plannen en regelen. Ze vullen elkaar perfect aan. Daarin laten ze elkaar ook vrij. Juist die vrijheid vinden ze zo mooi aan het beroep. ‘En dat je een hoop mensen spreekt. Het gaat hier nog echt op z’n Tessels. Je hoeft geen mailtje te sturen, je kunt elke dag tot vier uur ’s middags gewoon bellen. Daarna maak ik de planning voor de volgende dag. Dat gaat al jaren goed zo. Korte lijntjes, daar houd ik van.’ De broers hebben onderling weinig woorden nodig. ‘We weten wat we aan elkaar hebben, dat was vroeger al zo.’

Trots

Ronald en Peter zagen al jong brood in het voortzetten van het familiebedrijf. ‘Al stuurde onze vader ons eerst naar Amsterdam. We moesten verder kijken dan onze neus lang is. We werkten daar bij een verhuisbedrijf. Was niks aan, een heel ander slag volk. Het gezin bij wie we in de kost waren zag wel dat als ik op maandag aankwam, ik hartstikke chagrijnig was. Naarmate de week voorbijging, werd ik steeds vrolijker’, lacht Peter. Het werken in de stad was voor de broers van korte duur. Peter stapte op zijn negentiende in het bedrijf, Ronald kwam er kort daarna bij. Peter: ‘Pa was daar wel trots op, al zei hij dat nooit tegen ons. We kochten eens een nieuwe vrachtwagen. Moet dat?, vroeg hij. Toen wij later een paar kennissen tegenkwamen, feliciteerden die ons met die nieuwe vrachtwagen. Ik snapte niet hoe ze ervan wisten. Je vader was hier, zeiden ze, hij vertelde er in geuren en kleuren over. Trots, maar niks zeggen. Ja, dat paste bij hem.’


Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven.

Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven