Ondernemerschap gebroeders Graaf komt goed uit de verf


Dat schilderen vond hij maar niks. Liever dan kwasten, werkte Kees Graaf aan het opknappen van auto’s. Zijn passie vormde de basis voor Graaf Spuiterij, nu geleid door zijn zoons Mark-Peter en Robert-Jan. Dat het ondernemerschap de mannen in de genen zit, blijkt uit de groei van het bedrijf en hun ambitieuze plannen.


Kees (1942-1997) voelde er weinig voor om in het schildersbedrijf van zijn vader Piet te blijven werken. Al snel richtte hij de schuur naast het bedrijf in de Hogerstraat in als werkplaats om er auto’s te plamuren en te spuiten. Toen die ruimte te klein werd, kocht Kees in 1963 met hulp van zijn vader een stuk grond aan de Slingerweg, de huidige bedrijfslocatie. ‘Er was nog niks’, vertelt Mark-Peter, ‘alleen de AOT had er een busgarage.’ Later werd aan het bedrijfspand een huis gebouwd. De officiële opening was in januari 1964. ‘Vader had al snel zijn eerste personeelslid: Wim Jas. Die heeft jaren in de spuiterij gewerkt. Prijsopgaves maakten ze achter op een sigarendoos. Opa kwam af en toe langs met ‘goede raad’, tot ergernis van mijn vader. Voordat het uit de hand kon lopen, stuurde mijn moeder opa dan weer naar huis’, grinnikt Robert-Jan. In die eerste jaren lieten vooral particulieren hun schades bij Graaf spuiten.

Stofzuigerzakken uitkloppen

Op jonge leeftijd werkten Mark-Peter (1965) en Robert-Jan (1967) in de zomervakanties in het bedrijf. ‘We moesten stofzuigerzakken uitkloppen, schoonmaken en opruimen. En we waren vaak met brommers aan het rommelen’, herinnert Mark-Peter zich. In 1980 volgde een forse uitbreiding. Het naastgelegen terrein werd aangekocht en de werkruimte meer dan verdubbeld. Na de havo zou Mark-Peter in het bedrijf komen, waar toen al vier mensen werkten. ‘Ik zou eerst ervaring opdoen bij bedrijven aan de overkant, maar dat liep anders. Kees Betsema en Arno Gieles stapten op om hun eigen spuiterij te beginnen, dus mijn vader had me direct nodig. In 1987 ben ik in dienst gekomen en na een jaar werd ik mede-eigenaar.’

AKZO Nobel

Robert had heel andere plannen. ‘Na mijn havo heb ik diverse baantjes gehad en uiteindelijk kwam ik bij AKZO Nobel in Sassenheim terecht. Daar gaf ik trainingen en was ik gespecialiseerd in autolakken. Dat beviel prima.’ Hij ging overstag toen zijn vader en broer een beroep op hem deden om vanwege de toenemende drukte ook in het bedrijf te komen. ‘Dat wilde ik wel, maar dan ook als mede-eigenaar’, glimlacht hij. Mark-Peter vond het naar eigen zeggen ‘super’ dat zijn anderhalf jaar jongere broertje ook in het bedrijf kwam. ‘We kunnen goed samenwerken. In de beginperiode hadden we weleens flinke ruzie, maar tegenwoordig zitten we meestal op één lijn. Robert zit meer op kantoor en mij vind je vooral op de werkvloer. Dat is veel meer mijn ding.’

Veranderende markt

De ontwikkelingen in hun branche zijn hard gegaan. Waar het werk eerder bestond uit het spuiten van herstelde auto’s, worden sinds jaar en dag ook complete schadereparaties uitgevoerd. Robert: ‘We zijn meegegroeid met de ontwikkelingen in de markt. Verzekeraars hebben een dikke vinger in de pap en bepalen het verloop van een reparatie. Heel lang hadden we via Autoschade Combinatie Texel een mooi samenwerkingsverband met een aantal Texelse garagehouders. Zij repareerden, wij spoten. Voor de verzekering waren wij het centrale aanspreekpunt bij schades.’ Toen de verzekeraars als voorwaarde stelden dat schades onder één dak hersteld moesten worden, ging Graaf Spuiterij ook complete reparaties uitvoeren en kwam er noodgedwongen een einde aan de samenwerking. In 1996 sloot het bedrijf zich aan bij de landelijke schadeherstelketen ABS. ‘Dit collectief leverde ons veel voordelen, zoals de nieuwste technieken, gezamenlijke inkoop en contracten met opdrachtgevers.’

Innovatie

Achterovergeleund hebben de broers niet. Inspelend op innovaties in de markt, werd flink geïnvesteerd in systemen om klanten van dienst te kunnen blijven. Robert-Jan: ‘We zijn al jaren aangesloten bij de franchiseketen Glasgarage. Daarvoor hebben we bijvoorbeeld apparatuur aangeschaft om zogeheten ADAS-systemen te kunnen uitlezen, Advanced Driver Assistance Systems. Die zorgen ervoor dat je auto niet van de weg raakt en grijpen in als je te dicht op je voorganger komt. Veel van die elektronica is verwerkt in de voorruit. Dat maakt dat je niet zomaar even een ruit vervangt. Daar komt heel wat bij kijken.’ Niet alleen innovatie is in het bedrijf doorgevoerd, ook verbreding. ‘Onze medewerkers zijn allround en het werk is divers. We bestickeren auto’s, repareren schade, vervangen ruiten en spuiten niet alleen auto’s maar eigenlijk van alles’, vult Mark aan. Sinds 2014 is naast de werkplaats een carwash gebouwd, vanaf de start direct een groot succes. ‘Elke auto die wij repareren wordt ook gewassen. Dat gebeurde handmatig en was tijdrovend. Daar wilden we vanaf. Maar we twijfelden. Het was voor ons een onbekende markt. We hadden becijferd dat we tien tot vijftien auto’s per dag van buiten zouden moeten krijgen. Inmiddels hebben we bijna 1400 vaste klanten.’

 

Uitdaging

 Als vijftigers kwam bij de broers het besef dat het goed is om het werk wat meer los te laten. ‘Onze kinderen willen geen van allen in het bedrijf, dus moet je een andere weg kiezen. Onze vaste medewerkers hebben aangegeven interesse te hebben in participatie. We willen ze meer betrekken bij de bedrijfsvoering. Dat is een lastig proces, want we zijn allebei perfectionistisch en moeten leren om het werk uit handen te geven. Toch zou het fijn zijn als het heilige moeten eraf raakt. Onze vader overleed op zijn vijfenvijftigste aan een hersentumor. Dat speelt ook mee. Het betekent echter niet dat we er al mee stoppen hoor’, lacht Robert. ‘Zolang we elke ochtend nog nieuwe uitdagingen hebben, blijft het leuk.’ Dat Robert-Jan en Mark-Peter allerminst zijn ingedut, blijkt uit de nieuwste plannen: de bouw van een nieuwe wasstraat op de plek van de voormalige AOT-garage. ‘Nu staat er vaak een wachtrij voor de huidige carwash. Met de nieuwe wasstraat gaat de capaciteit naar ruim dertig auto’s per uur. Naast de wasstraat komen wasboxen, poetsruimtes en een interieurcleaning. Alles wordt zoveel mogelijk geautomatiseerd en ingestoken op gebruiksgemak.’ De nieuwbouw moet in 2021 operationeel zijn. Niet alleen innovatie vinden de ondernemers belangrijk. Duurzaamheid speelt een grote rol. ’Vijfentachtig procent van het water wordt hergebruikt, de energie komt van zonnepanelen en we laten een warmtepomp installeren. Als ondernemers op een eiland als Texel willen we graag duurzaamheid uitstralen.’

                                                                                         


Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven.

Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven