Familie Segers is geworteld op de Stenenplaats

Ze zijn zo ongeveer geboren op de Stenenplaats. Geen grapje, want de ouders van Hans en Richard Segers hebben al sinds 1968 een horecabedrijf aan dit kleine pleintje in Den Burg. Hun familienaam staat synoniem voor keihard werken. De horeca zit ze in het bloed. Echte ondernemers zijn het.

 

In het Zuid-Hollandse Haastrecht hadden Griet en Mans Segers halverwege de vorige eeuw een cafetariaatje, zonder zicht op uitbreiding. De Texelse Griet is een Van der Star, dus er waren warme banden met het eiland. ‘Ik hoefde niet zo nodig terug. Maar Mans hoorde dat Het IJsbeertje van Sijp Langeveld aan de Stenenplaats kon worden gepacht. Daar is hij met zijn zwager op afgegaan.’

 

De verhuizing was al snel een feit. Het bedrijf draaide goed. Toch bleef het ondernemersbloed kriebelen. Halverwege de jaren zeventig kwam er een pand vrij aan de andere kant van het plein. Griet: ‘Het was eerst een naaimachinewinkeltje en daarna hebben er nog een goktent en een schilder in gezeten. Maar het stond al even leeg. Het IJsbeertje was nooit onze eigen zaak. Ik vroeg Mans of we zelf niet een koffieshop konden beginnen. Koffie met gebak en coupes met ijs, in plaats van ijsverkoop over de toonbank, dat leek me zo leuk.’ Na een flinke verbouwing werd er gestart. Een paar jaar later werd ook het pand ernaast aangekocht en ingericht als ijssalon. Het koffieshopgedeelte werd later croissanterie. ‘Als buiten het seizoen de ijssalon dicht was, werd er een tafeltennistafel neergezet. Het kwam regelmatig voor dat we daar met kinderen van klanten een potje speelden’, lacht zoon Richard. Hans knikt. Hij is niet zo’n prater en laat zijn broer vooral het woord doen.

Horecakinderen

De naam ‘koffieshop’ zorgde soms voor enige verwarring. Griet: ‘Ik kreeg wel eens een vraag, waardoor de meiden die hier werkten ontzettend moesten lachen. Maar ik was zo naïef, ik wist niet wat ze bedoelden. Of er gingen mensen zitten blowen. Dus toen hebben we de naam toch maar veranderd in Eetcafé De Steenenplaats.’

Hans, Richard en hun zus Erika – die voor een andere carrière koos – zijn, zoals veel Texelse horecakinderen, begonnen in de afwas. De familie moet lachen bij de herinnering. Lange tijd was Hans verantwoordelijk voor het bakken van de broodjes van de croissanterie. Hans: ‘Dat deden we aanvankelijk allemaal zelf. Gingen we eerst stappen in De Koog en dan hier meteen door de bakkerij in. Je was jong, dus dat kon allemaal.’ Griet vertelt lachend dat de schoonmaker de jongens soms slapend aantrof en ze een duwtje gaf als het belletje van de oven ging.

Het ijs eruit                                                      

Het overlijden van Mans in 1998 was een klap voor allemaal. De zoons kwamen in het bedrijf, dat zich bleef ontwikkelen. In het pand erachter, aan de Binnenburg, runden ze enige tijd een pannenkoekenhuis. Dat werd begin 2007 als extra locatie bij het eetcafé getrokken en verbouwd tot een extern restaurantgedeelte.

In 2011 ging de ijssalon ernaast eruit. Ook deze ruimte werd aan het eetcafé toegevoegd. Moeder Griet moest wel even slikken dat het ijs verdween. ‘Dat was eigenlijk mijn kindje. Maar ik heb de jongens altijd vrij gelaten. Richard had niks met ijs en het was nu zijn bedrijf. Dus ik heb het losgelaten.’ Richard verklaart zijn keuze: ‘Zo’n ijssalon is een groot deel van het jaar dicht. Terwijl we ernaast in het eetcafé ruimtegebrek hadden. En ook qua uitstraling wilde ik die hoek graag erbij.’ Het externe restaurantgedeelte aan de Binnenburg werd in 2009 verbouwd tot café Mans, als eerbetoon aan vader.


Engelse pub

Het eetcafé heeft veel weg van een Engelse pub. Niet verwonderlijk, want als liefhebber van Engels voetbal steekt Richard regelmatig het Kanaal over. ‘Ik vind de sfeer in zo’n echte pub fantastisch. Het heeft iets van een huiskamer, waar iedereen welkom is, met een TV aan de muur met altijd een sportzender. Toen ik voorstelde aan mijn moeder om het hier zo in te richten, vond ze dat prima. Maar ze had één vraag. Ze wilde een keer mee naar Engeland om te zien wat ik bedoelde. Dat is gebeurd en ze vond het geweldig.’

Tevreden gasten, dat is voor de familie Segers belangrijk. Veel klanten komen terug. Er is wel veel veranderd. Richard: ‘Het is nu jaarrond druk. We waren voorheen in de winter meestal maar met z’n tweeën en we werkten om de dag. Dat kan nu niet meer. Er is ook een verschuiving in tijd. Met het ijs en de broodjes hadden we het druk tussen tien en twee. Nu loopt het door tot in de avond.’ Hij vertelt over de laatste Elfstedentocht eind jaren negentig, toen hij de televisie vanuit huis de zaak in sleepte. ‘Er kwamen over de hele dag maar vier klanten, waarmee we gezellig hebben gekeken.’ Hij lacht smakelijk bij de herinnering.

Texel als basis

Richards hart ligt het meest bij het eetcafé, ook omdat hij ermee is opgegroeid. ‘Maar het is leuk om café Mans erbij te hebben, want we maken er bijzondere dingen mee. De binding met je gasten is daar groter.’ Lachend: ‘Er wordt daar geschiedenis geschreven, hoor. Het is toch anders of er een koffieklant komt of dat iemand een avond lang bij je aan de bar zit.’

 

Het familiebedrijf, waartoe Richards vrouw Claudia inmiddels ook behoort, blijft in beweging. De onderlinge verhoudingen zijn prima. ‘Ik ben er zeker van dat Mans hartstikke trots zou zijn als hij kon zien wat er nu staat’, zegt Griet met glanzende ogen. Inmiddels zijn er kleindochters en -zonen. Of daar een opvolger tussen zit is afwachten. Richard: ‘We zijn daar nuchter in, we pushen niemand. Ze mogen zelf weten wat ze later willen.’

 

De familie Segers is onlosmakelijk verbonden met Texel. Richard en Hans verklaren stellig dat ze nooit weg willen. Door de vaste ploeg medewerkers kunnen ze zelfs in het hoogseizoen af en toe een dagje vrij nemen. En dan genieten ze van het eiland. Richard: ‘Zelfs in het seizoen zijn er nog genoeg rustige plekken. Ik kan het werk gelukkig goed loslaten. Maar als onze kinderen later besluiten dat ze iets anders willen, dan blijven wij lekker op Texel. Dit is onze basis, het is hier heerlijk.’


Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven.

Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven