‘Erebaantje’ opa basis van florerend verzekeringsbedrijf

Een vrijbuiter. Gesteld op zijn vrijheid en gevormd door het grillige pad dat het leven voor hem in petto had. Luis in de pels van verzekeraars die het in zijn ogen niet goed doen. Want zijn klanten moeten op hem kunnen vertrouwen, vindt Ab de Wijn. ‘Dit vak is maatwerk. Onze klanten moeten de geruststelling hebben dat wij het voor ze regelen.’

 

Sinds zijn 21e staat Ab (1949) aan het roer van Assurantiekantoor Ab de Wijn. Hij bouwde het familiebedrijf uit tot een bloeiende onderneming, die meebeweegt met veranderingen in de markt. Met maar één doel: de belangen van klanten zo goed mogelijk vertegenwoordigen. Hoewel hij zich als een vis in het water voelt in de verzekeringsbranche, was de weg die hij moest gaan hobbelig. Vol tragische gebeurtenissen die hem hebben gevormd: vader verongelukt, moeder en zusje pleegden zelfmoord en zijn broer overleed aan een hartaanval. Somber of verbitterd werd hij niet. ‘Beslist niet. Ik heb altijd leuke mensen om me heen gehad. Ze gingen alleen dood.’

Erebaantje

Grondlegger van het familiebedrijf is Cornelis Jonker (1885-1946). In het begin van de 20e eeuw is hij gemeentesecretaris op Texel. In 1907 wordt Jonker door de Onderlinge Brandwaarborg Tiel gevraagd verzekeringsagent te worden van die maatschappij. Een baantje waarvoor destijds vooral lokale notabelen werden benaderd. Jonker begint zijn verzekeringsloopbaan vanuit zijn woning aan Kogerstraat 34. Ab vult aan: ‘Mijn grootvader van vaders kant, Cornelis de Wijn, woonde op nummer 36. Zo kennen mijn ouders elkaar.’ In 1946 trouwt Abs moeder Frouwtje Jonker met zijn vader, Willem Nicolaas de Wijn. Die was in 1939 vertrokken als stuurman bij de Rotterdamse Lloyd toen de oorlog uitbrak. Pas in december 1945 komt hij terug. Frouwtje is lerares op een huishoudschool in Sneek, maar komt in het familiebedrijf als haar vader in november 1946 overlijdt. Met hulp van een oom zet ze het bedrijf voort. In 1948 neemt haar echtgenoot Willem het over. Naast brandverzekeringen regelt De Wijn ook andere verzekeringen en krijgt hij het agentschap van de Nutsspaarbank. ‘Vooral Texelaars met geld bankierden bij mijn vader. Die wilden hun vermogen meer uit het zicht hebben en gingen daarom niet naar de Boerenleenbank’, weet Ab.

Met de knip de deuren langs

Met de overname van de klantportefeuille van Cor Mooij groeit het bedrijf. Het bankfiliaal wordt ondergebracht in de Binnenburg , de verzekeringstak blijft in de Kogerstraat. Vanaf zijn veertiende helpt Ab zijn vader. ‘Met de knip ging ik de deuren langs om premies te innen’, herinnert hij zich. Leuker dan school, want na vijf jaar aanwezigheid over drie jaar HBS wordt Ab van school gestuurd. Hij gaat naar de zeevaartschool en monstert aan bij de Rotterdamse Lloyd. Zijn eerste reis naar China maakt veel indruk. ‘Ik ging terug in de tijd, met stoomtreinen en jonken.’ Ab wil tot zijn 27e als  stuurman varen en dan in het familiebedrijf gaan werken om zo de dienstplicht te ontlopen. Het loopt anders. ‘Mijn vader bracht me in 1971 weg voor een grote reis. Onderweg kregen we een auto-ongeluk. Ik brak mijn arm, maar mijn vader overleed. Ik was 21 jaar.’ Wanneer enkele dagen later een klant van zijn vader voor de deur staat, waarvoor de autoschade geregeld moet worden, stapt Ab in om niet meer weg te gaan. Dan overlijden achtereenvolgens twee toekomstige beheerders  van het Nutsspaarbank-filiaal en laat Ab zich overhalen om die post te vervullen. ‘Dat duurde twee weken. De hele dag binnen zitten en veel papierwerk doen. Niks voor mij. De verzekeringen lagen me beter. Daarvoor was ik veel op pad en had ik vrijheid.’ Om zijn vader officieel te kunnen opvolgen, moet Ab zijn verzekeringspapieren halen. Met hulp van verzekeringsinspecteur Willem van Laar lukt dat in relatief korte tijd.

 

In 1973 koopt Ab een café in Oudeschild, dat ’t Steigertje wordt gedoopt. Jaring Moll achter de bar, Ab op de achtergrond. In 1978 verkoopt hij ‘t Steigertje en van zijn deel koopt Ab zijn eerste zeilboot. Met echtgenote Jacomien Bas, met wie hij in 1975 trouwt , trekt Ab er regelmatig op uit. Kort ervoor verhuist het echtpaar naar het Schilderend, waar meer ruimte is voor een groter kantoor. In 1981 neemt Ab zijn eerste personeelslid aan, Johan Bas. ‘Ik wilde af en toe wegkunnen om lange zeilreizen te maken. Daarom had ik iemand nodig die de boel draaiend hield.’

Wake-up call

In augustus 2000 volgt de verhuizing naar de huidige locatie aan de Bernhardlaan. Met de overname van de klantportefeuille van Gerard Weijers in 2005 wordt het assurantiekantoor verder verbreed tot een allround kantoor voor verzekeringen, hypotheken en financieel advies. In 2011 wordt Ab getroffen door een hartinfarct en is de boodschap duidelijk: tijd om een stapje terug te doen. ‘Ik vond dat prima. Dan hadden Joyce (Swemle), met wie ik vanaf 1996 samen ben, en ik meer tijd om te reizen.’ Zijn medewerkers Karin en Edwin Schotanus willen na een inwerkperiode het bedrijf voortzetten. Maar dan stapt Edwin in 2014 uit het leven en Karin ziet na enige tijd de overname alleen toch niet zitten. ‘Een verschrikkelijke tijd, maar je moet door. Het leven gaat verder.’

Digitalisering

Het verzekeringswezen is flink veranderd, constateert Ab. De grootste verandering vindt hij de digitalisering. ‘Maatschappijen willen alles in systemen prakken, waarbij mensen niet meer nodig zijn. Er is een fase geweest dat tussenpersonen zoals wij er tussenuit moesten. Nu beseffen veel maatschappijen dat we juist wél nodig zijn en een belangrijke sociale functie vervullen. Toch blijft het een strijd; maatschappijen willen standaardiseren en wij willen het beste voor de klant.’ Volgens Ab gaat de dienstverlening van zijn kantoor verder dan de standaardservice. ‘Je weet veel van die klant. Alle hoogte- en dieptepunten heb je meegemaakt. Als er schade is, hebben mensen je nodig.’

Overname

2020 lijkt het jaar te worden dat Ab echt met pensioen gaat. De zee en de vrijheid van het zeilen met Joyce lonken. ‘Niels Jimmink neemt het kantoor over. Sinds 1 juli 2019 werkt hij hier. Toen ook het team het met Niels zag zitten, zijn we met overname aan de slag gegaan. Ik kon het al eerder verkopen, maar voor mij is zoiets een groepsbesluit: als het team het niet ziet zitten, doe ik het niet. Ik vind twee dingen belangrijk: dat alles voor de klanten doorloopt en dat de mensen die voor me werken een goede toekomst hebben. Aan beide voorwaarden kan ik nu voldoen.’


Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven.

Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven