‘Wat is een kottervisser?’ Die vraag stellen ‘overkanters’ vaak, als het beroep dat hier op Texel doodnormaal is ter sprake komt. Jacob Krijnen, visserman in hart en nieren, geeft een kijkje op zijn kotter, de TX19.
In Oudeschild is de haven van de Texelse vissersvloot. De familie Krijnen heeft al 137 jaar een eigen viskotter. Jacob en de andere bemanningsleden gaan om de week de Noordzee om op hoofdzakelijk tong, schol, tarbot en griet te vangen. ‘We varen zeven dagen achter elkaar, dan zijn we er weer zeven vrij. Sommige kotters varen van zondagavond tot vrijdagochtend, maar dit is voor ons ideaal. Zo heb ik meer tijd voor het gezin.’
Loterij
Een week op zee is indrukwekkend. Er wordt weinig geslapen en de kans op vis is een loterij. ‘We stomen tot we in het visgebied zijn. De plek is afhankelijk van de tijd van het jaar. Ik bepaal de plaats, soms is dat na een uur stomen al bereikt en soms pas na twaalf uur varen. De hele week is het gokken. De ene trek kan heel goed zijn en de andere vangen we niks. Het blijft zoeken.’ Vanaf een uur of acht zit Jacob in de stuurhut, tot tien uur ’s avonds. Elke trek – het gaat dag en nacht door – moet de bemanning uit bed. Dan gaan de jongens aan dek en haalt hij de netten op. ‘We verwerken de vis en zetten een nieuwe koers uit. Je slaapt telkens een uur á anderhalf en dan ben je weer een uur wakker. Dat zo’n vier of vijf keer per nacht. Aan het eind van de week komen we rond drie uur ‘s nachts aan in Den Helder om te lossen. Als ik dan in de ochtend naar huis ga ben ik wel moe ja, maar na een dutje komen de kinderen thuis en kan ik lekker genieten van mijn vrije week.’ De kotter ligt overigens nooit stil, die week gaat er andere bemanning aan boord om de woensdag erop weer te wisselen.
Uitgedund
De Texelse vloot is de afgelopen jaren flink uitgedund. Van meerdere kanten komt er veel weerstand. De pulsvisserij wordt noodgedwongen afgeschaft, waardoor de vloot sinds juli weer op de oude manier verder moet. ‘Onderzoek bewijst dat pulsvisserij milieuvriendelijker is. We verbruiken de helft minder brandstof, raken de bodem amper, dus zorgen voor weinig bodemberoering. Daarnaast vangen we de helft minder kleine visjes als bijvangst. Door de Europese Commissie is dat onderzoek zo van tafel geschoven.’ Op de kant – als Jacob op de haven bezig is bij de kotter – krijgt hij wel eens vragen van toeristen. ‘Mensen denken dat de vis wordt geëlektrocuteerd door zo’n pulskor. Zo wordt het door activisten op de kaart gezet. Maar het is amper voelbaar, net genoeg om de vis wakker te schrikken.’
Toekomst
Een andere oorzaak van de uitdunning van de vloot is de komst van windmolenparken. ‘Deze zetten ze op goede visstekken. Deze zijn funest voor de vispopulatie, merken wij. Waar vroeger veel vis zat, zit nu praktisch niks. De Noordzeevisserij is altijd goed georganiseerd. De vispopulatie blijft al jaren op peil en er is weinig bijvangst. Met de pulsvisserij dan in ieder geval. We proberen altijd naar oplossingen te zoeken, maar nu met de windmolenparken, discardregel (het meenemen van de kleine bijvangst), gesloten natuurgebieden en het Engelse visgebied waar we wellicht over een tijdje niet meer mogen komen door de Brexit, wordt het helaas onwerkbaar. We praten echt niet alleen maar in ons eigen straatje, want wij willen ook dat de visstand goed blijft. Wij weten precies wat er op de Noordzee loos is en gebeurt, en dat zie ik op deze manier niet verbeteren. Hoe de toekomst eruit ziet, is nog een raadsel. Maar ik zie het niet zomaar gebeuren dat mijn jongens nog voluit kunnen vissen over twintig jaar. Vooralsnog geniet ik nog van het leven op zee en dat blijf ik zo lang mogelijk volhouden.’